woensdag 26 augustus 2009

Concert de Tut

Altijd hoor je sirenes in Manhattan. De brandweer heeft er dan nog eens zo van die mega-claxons bovenop. Een tikkeltje vervelend is wel dat ze die sirenes nooit hun gang laten gaan... je hoort dus niet toetaatoetaa, maar wel toe..toeetaa..toe..toeee..toeeta...toee. Geen idee waarom ze dit doen.
Onze rustige Queense woonbuurt heeft minder last van ambulances, flikken of voorbijdenderende firefighters. Wij zitten met een ander soort concert: auto-alarmen. Om de vijf steppen gaat er hier wel eentje af. Er bestaan eindeloos veel variaties. In het begin keken we telkens verschrikt naar buiten in het gedacht van 'wordt er hier nu weeral ingebroken in een auto?' [de onze kon het gelukkig nooit zijn, want die heeft geen alarm - kuch]. Maar telkens bleken die auto's gewoon vanzelf te alarmeren. Te pas en Ten onpas.
Bovenop de auto-alarmen begon er ons ook iets raars op te vallen: getuut. Geclaxoneer. Honking. Zo redelijk subtiel: dan eens een keer, soms drie keer kort en twee keer lang, dan eens vier keer kort. Wij vonden dat: verdacht! We weten nog altijd niet wat het is, maar we denken aan een soort signaalsysteem van dealer naar dealer of van dealer naar kopers. Dealer in wat, geen idee... 't moet een beetje spannend blijven, he, maar 't zal waarschijnlijk wel niet het mostaardmanneken zijn...

dinsdag 25 augustus 2009

De eerste lading...

Van het postje naar de muur heb ik zo'n supergrote postzak bemachtigd ['k had gehoopt op zo'n echte postzak in gebroken witte stevige canvasstof, maar 't is zo'n plastieken veevoederzak. Ook goed, hoor, daarnietvan]. Daarin steken we alvast al onze boeken. In zo'n zak mag er 'gedrukt materiaal' zitten dat naar 1 enkel adres 'internationaal' moet verscheept worden. Ideaal dus! Heel die handel zal zes tot acht weken onderweg zijn, dus we kunnen dat nu al met een gerust hart naar onszelve versturen. Nu stelt er zich wel een probleempje want het Dikste Boek van allemaal is nog niet uit. Ik maakte het dit jaar mijn missie om Robert Fisks 'De Grote Beschavingsoorlog' helemaal uit te lezen, want dat is fenomenaal interessant, maar dus ook heel erg dik. En ik heb er nog allerlei andere, dunnere, sappigere boekjes tussendoor gelezen, en ook de Humo's die iedereen meebracht gretig verslonden. Voor op de metro was dat boek te zwaar, dus ik zit nog maar [nog maaaar] aan pagina 919 van de 1373... En dat boek zou eigenlijk echt wel meeMOETEN in die zak, want da's een paar kilo uitgespaard in onze bagage. Gelukkiglijk heb ik een nieuw gadget dat me kan helpen: een boekenknijpleeslampje ter waarde van 1 dollar. Dan moet ik, nadat ik nog wat lees in bed, niet meer uit bed komen om het groot licht uit te doen. En zo'n klein lampje is natuurlijk ook, juistja, veel gezelliger :-] grijns


dinsdag 18 augustus 2009

Het eindstadium

Wat een werk. En het is bijna af...
Joeppppiii :-)

Gezocht: mijn identiteit.

De Standaard titelt 'Geen Belgische slachtoffers van bankkaartfraude in de Verenigde Staten'. Ha nee, zeker! Op een mooie dag checkten we nog eens onze financiele toestand [die is trouwens hopeloos maar niet ernstig wegens een spoedige terugkeer naar goedkopere oorden] via PCbanking. Plotseling [en nu gaat er iets spannends gebeuren] zagen we daar een tweetal betalingskes die ons to-taal niet bekend voorkwamen. Twee dagen tevoren hadden wij zogezegd 35,44 en 47,94 dollars uitgegeven in een online winkel. Geen denken aan. Niet door ons gebeurd!
Wij gebeld naar de klantendienst van de Bank of America [naar 't schijnt, als er al een bank te boycotten valt, is het die wel, maar allez, 't was maar voor een jaar en we wisten dat niet op voorhand]. Daar moesten we tegen een computer spreken en bijvoorbeeld heel duidelijk zeggen wat het probleem was. Dat lukte van geen kanten en de frustratie over klantendiensten, banken, aan het lijntje houden, afzetters, enz. nam grote proporties aan.
De eerstvolgende werkdag toog ik richting ons filiaal, alwaar een piekfijn juffrouwtje [ik voelde mij, in vergelijking met haar, een slons in mijn zomertenue, met oververhit hoofd en lichtelijk tot zwaar aan het transpireren wegens nog niet geacclimatiseerd aan de airco van het bankgebouw]. Ze vertelde me dat ik moest bellen naar de kalantendienst, wat een klein alarmbelletje deed rinkelen. Ik vroeg: 'maar kunnen jullie daar niet eens naar kijken?' Ze zei dat ze in de bank zelf geen toegang hadden tot die bestanden [raar, he]. Ik vertelde haar [waarschijnlijk met een spikkeltje wanhoop in mijn ogen] dat ik al had proberen bellen naar dat nummer en dat daar een aantal opties waren die ik niet kon kiezen en dat dat niet zou gaan... 't Juffertje nam me mee naar een leeg kantoor en zei me dat ik gerust van daaruit naar de klantendienst mocht bellen. Ze toetste zelf het nummer in en navigeerde langs de verschillende opties tot het wachtmuziekje kwam om een echte persoon aan de lijn te krijgen. [opluchting].
Al goed dat ik in die bank gebleven was, want ik moest er -na het gesprek met de helpdeskdame, die trouwens een megacool Zuiders accent bezat - mijn bankkaart laten blokkeren en een nieuwe, tijdelijke, in ontvangst nemen. Plus: ik moest thuis bellen naar het bedrijf waar de bestellingen geplaatst waren om hen te vertellen dat die frauduleus en niet, NIET, van mij kwamen. Mijn coole I {hartje} NY kaart werkt dus niet meer [ik heb trouwens indertijd niet zelf voor dat motiefke gekozen, we hebben dat automatisch gekregen omdat we een studentenrekening hebben, maar ik begon dat eigenlijk wel wijs te vinden]. In de plaats heb ik nu zo'n lelijke kapitalistenbankkaart in zilver, rood en blauw...
Ahja, om verder te vertellen: ik belde dus naar dat online bedrijf en daar werd ik on-mid-del-lijk doorgeschakeld naar hun securitydienst. Geen wachttijden van approximately vijfendertig minuten, neen, meteen to the point en al. Ik kwam daar te weten dat die mannen niet alleen het nummer van mijn bankkaart hadden, maar dus wel degelijk mijn volledige naam, adres, enzovoort... een echte Identity Theft als het ware... En weet je wat ze besteld hadden: een printer en een doos enveloppes met twee vensterkes, zoals ze in bedrijven gebruiken [wie weet wat ze daar wel allemaal niet mee van plan waren]. Maar dat bedrijf had een goeie security-dienst want die hadden al in 't motje dat er iets niet klopte. Ze hadden die bestelling dus 'bevroren' tot ze zekerheid hadden over de ware aard ervan. Ik heb hen dus die ware aard onthuld: as Louche as can be! Toen ik aan dat securitymadammeke vertelde dat ik net van de bank kwam, alwaar ik de bewuste kaart al geblokkeerd had, was ze hoorbaar opgelucht [toch altijd cool als mensen zo begaan zijn met hun job]. Eind goed, al goed!

woensdag 12 augustus 2009

Werk: gevonden!

De zoektocht naar werk verliep niet bepaald over roosjes, maar ik had niet te klagen. Er was altijd wel iets te doen in de stad en er kwam bezoek met hordes tegelijk uit Belgie aanvliegen. Eigenlijk hing ik dus het grootste part van het jaar de toerist uit, terwijl Didi zich afbeulde om de laatste loodjes van zijn doctoraat af te krijgen en zijn andere wetenschappelijke projectjes op de rails te krijgen. Ocheere!
Uiteindelijk vond ik op de valreep nog een job voor de maand augustus en wat ik daar allemaal beleef, pen ik neer in mijn wereldblog op de website van MOmagazine. Allen daarheen, dus, want het is best wel spannend. Ik sta iedere dag om kwart voor vier op en sluip dan rond vier uur de deur uit om de metro te nemen naar Manhattan. Daar maak ik slapende mensen wakker om hen allerlei hoogstpersoonlijke vragen te stellen en geld uit te delen. Dit alles in de hoop dat ze ooit wakker zullen worden in een echt bed, in een zelfgehuurde kamer of huisje, in plaats van op de harde straatstenen of op bankjes in het park.
Een paar dagen geleden kreeg ik telefoon van een madammeke van het Salvation Army - het Leger des Heils, eigenlijk - of ik nog geinteresseerd was in de job. Ik moest eventjes goed nadenken waarover ze het infeite had, maar toen herinnerde ik me dat ik eens een sollicitatieormulier had ingevuld in zo'n kringloopwinkel van het Salvation Army. Goddank heb ik al een job en moet ik dus niet twijfelen of ik al dan niet bij zo'n gefreakte organisatie wil werken. Een van de daklozen vertelde trouwens dat hij ooit in zo'n winkel gewerkt had. Telkens er een lading kleding werd geleverd die nog in perfecte staat was, drukte de baas die achterover en kreeg die bediende vijftig dollar zwijggeld... Waar of niet waar, ik hoef me er alleszins geen zorgen meer om te maken.



Olfactorische prikkels

Het was in de winter al redelijk indrukwekkend, de zomer zorgt voor een vertienvoudiging van dit fenomeen: de odeur in de metrostations van New York.
Een mengelmoes van rattennesten, pipi en een vleugje zurig braaksel, afgewisseld met al dan niet rottende etensresten. Dit alles komt op je afgewaaid in een warme walm telkens er een metro het station in dendert... mjammie. Ook in de straten hangt er een specifiek geurtje, in de ene buurt al erger dan in de andere.
In het mini-museumpje "City Reliquary" in Brooklyn, stond de stadsgeur beschreven door een leerling van een plaatselijk schooltje: