woensdag 10 juni 2009

The Berkshires


Vorig weekend hielden we een idyllisch kampeerweekendje in Berkshire County in de staat Massachusetts.

Wat hebben we geleerd?

- dat kolibries graag hoog in een dode boom zitten
- dat een fietstochtje na acht maand fietsloos leven zeer doet aan uw gat
- dat niet alle kampeervuurtjes op alle gaspullekes passen
- dat Didi een Man is die Vuur kan maken
- dat je supergoedkoop en middenin de natuur kan kamperen in de State Parks
- dat je daar wel zelf je luchtmatras moet opblazen (Leve Didi zijn Didgeridoe-eske longinhoud en Circulaire ademtechniek)
- dat je je voedsel altijd in je auto moet bewaren als je een nachtelijk berenbezoek wil vermijden
- dat een middagdutje in de volle zon niet zo'n goed idee is
- dat supervroeg opstaan ervoor zorgt dat er veel meer uren in een dag zitten
- dat wilde kalkoenen ook vroeg opstaan en dan stofbadjes nemen
- dat Massachusetts wel nog cool is
- dat de CCC er ook actief was
- dat de bomen en de bossen hier superweelderig groen zijn (in 't Engels heet dat: *Lush*, wat een beter woord is dan 'weelderig')
- dat er nog een ander soort eekhoorntje bestaat, namelijk de American Red Squirrel (Tamiasciurus hudsonicus)
- dat schildpadjes in staat zijn om een behoorlijke snelheid te halen
- dat de pinten goedkoper staan in Massachusetts dan in New York City
- dat ik zin kreeg in een waterijsje bij het zien van de Blackburnian warbler (zie prentje, van het internet geplukt)

en nog veel meer...

Groen!

Deze stad is zo ongelooflijk Groen! De straten zijn afgezoomd met bomen, parkjes met speeltuinen vormen buffers tussen buurten, grote parken liggen er weelderig geurend en piekfijn onderhouden bij. Da's toch super! Ik verbaas me nog altijd dat er in zo'n stad waar de grondprijzen zo fenomenaal hoog zijn, nog zoveel plaats is voor groen. Aan de andere kant geloof ik dat, zonder die kleine groene longetjes, velen knettergek zouden worden in hun schoendozen van appartementen. Ze hebben die parkjes echt nodig om eens buiten te kunnen zijn en te ademen. In het weekend zie je dan ook de speeltuinen en parkjes overvol zitten met New Yorkers jong en oud.
In Brooklyn verkenden we een wel heel speciaal stukje groen: een begraafplaats. Het Greenwood Cemetery is een idyllisch heuvellandschap met eeuwenoude bomen. Daaronder liggen eeuwenoude graven van eeuwenoude doden. Hele families liggen er bij elkaar te rusten in vrede, want vredig is het daar absoluut. Er staat dan 1 grote steen in het midden, met de familienaam Daarrond liggen kleinere steentjes met daarop 'father', 'mother' en de namen van de kinderen. Wie wil kan zich er nog altijd laten begraven en nu alvast een plaats reserveren. De toegangspoort van deze begraafplaats huisvest trouwens een kolonie monniksparkieten.
Een eind verderop ligt het prachtige Prospect Park. De ontwerpers waren dezelfde als die van Central Park in Manhattan, maar ze beschouwden Prospect Park als hun meesterwerk. Als je er rondloopt, waan je je midden in de natuur. Het is er prachtig en het zit er vol met vogels. De nabijgelegen buurt Park Slope is ook erg de moeite om door te kuieren: het staat er vol met de typische Brownstone huizen. Op Avenue 7 en 5 zijn er heel wat winkeltjes en eethuisjes.
Dat blogske begint hier gelijk meer en meer op een toeristische gids te lijken, maar goed. Het is daar dus echt de max. En dat wil ik eigenlijk wel aan zoveel mogelijk mensen vertellen: het is hier De Maxxx :-))

South Street Seaport

Al ontelbare keren wandelde ik door het Financial district om er onze bezoekers te tonen waar de financiele crisis begon, en waar de twin towers neerkwamen. Het blijft een indrukwekkend schouwspel: grote mastodonten van gebouwen, oude en nieuwe architectuur door elkaar. Daartussen geklemd: de Trinity Church. En dan de oude kasseistraatjes die zo Europees aandoen en eigenlijk het oudste bewoonde stukje Manhattan vormen.
Vorige keer nam ik eens een andere route: via de South Street Seaport. Dit haventje dateert uit 1600 en er liggen enkele pareltjes van zeilboten aangemeerd. Ook hier waan je je ergens in Europa, met de smalle kasseistraten en de Vlaams aandoende huizenrijen. Er zijn ook eethuisjes en cafeetjes te vinden, dus het probleem 'Waar eten in het Financial District' wordt geschrapt van de lijst. Tegen de tijd dat we bij Ground Zero aankwamen was het al aan het schemeren en de vele lichtjes in de gebouwen errond maakten het nog eens zo indrukwekkend...

dinsdag 9 juni 2009

de Lower East Side

Onze vaste uitgaansbuurt in New York is al sinds oktober de Lower East Side. We vermoedden daar dan ook enkel bars en clubs. Wat een ontdekking toen ik met onze bezoekers eens overdag in die buurt kwam. Die buurt ondergaat een echte metamorfose in de overgang van licht naar duister. Afhankelijk van je interesse ontdek je dan ook nog telkens andere winkeltjes of gallerijtjes.
De buurt was vroeger een echte immigrantenbuurt, waar mensen uit alle mogelijke landen kwamen aanwaaien en zich er vestigden. Er woonden Italiaanse, Poolse, Oekraiense en Duitse arbeiders met hun gezinnen. De huizen zijn daar nog overblijfsels van: het zijn de oude 'tenement buildings' waar hele families samen in een klein appartement huisden.
De voorbije jaren kwamen er meer en meer kunstgallerijtjes en werd de buurt langzaam opgewaardeerd. Dit is natuurlijk goed voor de stad, omdat de buurt nieuw leven in geblazen wordt, maar die zogenaamde 'gentrification' heeft ook mindere gevolgen. Zo stijgen de huurprijzen er zo snel en hoog, dat de gewone man er al snel niet meer kan blijven wonen. Er worden ook historisch belangrijke gebouwen met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor prestigieuze bouwprojecten.
Alleszins: wie op zoek is naar tweedehandskleding, maffe robotjes, leuke accesoires, corsetten, goedkope eethuisjes of kleine kunstgallerijen is in de Lower East Side op de juiste plaats. Ook de muurschilderingen die hier en daar terug te vinden zijn, zijn vaak kunstwerken op zich.

Coney Island

Er zijn al ettelijke liedjes over dit stukje Brooklyn gemaakt. Ooit noemden de Nederlanders het 'Conyne Eylandt' omdat het er barstensvol zat van de pluizige beestjes en de konijnenjacht er erg populair was. De Engelsen maakten er Coney Island van.

Het mooie strand trok al vanaf 1860 dagjesmensen aan. Amusementsparken werden opgericht en ook het minder fraaie entertainment zoals goktenten, prostitutie en boksringen tierde er welig. Vandaag is er nog maar een fractie van de oorspronkelijke kermistoestellen over en het zwaard van Damocles hangt boven deze authentieke plaats. Grote ondernemers kochten het op en er zijn grootse plannen: de bouw van luxehotels en appartementen. Buurtbewoners sprongen in de bres en tekenen protest aan tegen de teloorgang van 'hun' Coney Island. Vorig jaar sloot het voorlaatste amusementspark, de tijd begint dus te dringen.

Een bezoek aan Coney Island is wel nog altijd de moeite. Het is echt een reis terug in de tijd. Wie de tv-reeks 'Carnivale' bekeek, kan er zich alvast iets bij voorstellen. Stokoude draaimolentjes, blikkengooi-kramen, freak-shows, slangenbezweerders,… achter iedere hoek sta je opnieuw stomverbaasd te kijken naar een attractie die je niet voor mogelijk hield.

In de kantine op het strand wordt er duchtig gedronken en een mengelmoes van betattoeeerde mannen met nektapijt, hun bijpassende gezinnetjes en keurige toeristen geniet van het attractiepark. Zij aan zij stappen ze dapper op het 89 jaar oude reuzenrad. Het krioelt er van politiemannen, maar er worden wel cocktails gedronken op straat. Het is een absolute aanrader om daar de ogen eens de kost te gaan geven.